Voorwaarden toepassing koepelvrijstelling
De voorwaarden voor toepassing van de koepelvrijstelling zijn:
- Het samenwerkingsverband brengt aan de leden niet meer in rekening dan hun aandeel in de gezamenlijke uitgaven;
- De diensten zijn direct nodig voor de activiteiten van de leden;
- De vrijstelling veroorzaakt geen verstoring van concurrentieverhoudingen.
De volgende diensten door samenwerkingsverbanden vallen niet onder die koepelvrijstelling en zijn belast met BTW:
- Het uitlenen van personeel;
- Het voeren van de loon- en salarisadministratie, de financiële administratie en de grootboekadministratie;
- ICT-diensten;
- Begeleiden van het gebruik van ICT;
- Verhuur of verkoop van computerapparatuur;
- Advisering, begeleiding, onderzoek en andere diensten op het gebied van onderhoud van woningen en gebouwen;
- Expertisewerkzaamheden, onderzoeken, inspecties, taxaties, arbitrage en advisering in het kader van een verzekering of een schadegeval;
- Ondersteuning aan werkgevers op het gebied van arbeidsomstandigheden;
- Werkzaamheden met betrekking tot de pensioenadministratie;
- Adviseren en ondersteunen van paritaire organisaties.
Bovengenoemde paritaire organisaties zijn organisaties die op basis van gelijkheid van de deelnemende partijen worden bestuurd, zoals ondernemingsraden en medezeggenschapsorganen. Het gaat hier bijvoorbeeld om de dienstverlening op het gebied van arbeidsverhoudingen en -voorwaarden, de dienstverlening in het kader van cao-overleggen of de ondersteuning en secretariaatsvoering van bezwaar-, beroeps- en adviescommissies.
Voor de levering van goederen kan de koepelvrijstelling niet toegepast worden.
Inperking toepassing koepelvrijstelling per 1 januari 2018
Op basis van een brief van de Staatssecretaris van 15 februari 2016 was toepassing van de koepelvrijstelling mogelijk indien de dienstverlening die door de koepel aan het lid wordt verricht door het lid voor minimaal 70% of meer voor BTW vrijgestelde of niet belastbare activiteiten worden gebruikt. Deze toezegging kan nu door een arrest van het Europese Hof niet door de beugel. In een brief van 15 september 2017 kondigt de Staatssecretaris aan dat met ingang van 1 januari 2018 de koepelvrijstelling niet meer toegepast kan worden als het deelnemende lid een door de koepel verrichte dienst ook gebruikt voor BTW belaste handelingen.
Andere ontwikkelingen ten aanzien van de koepelvrijstelling
Behalve de inperking van de koepelvrijstelling per 1 januari 2018 is recent nog meer rechtspraak omtrent toepassing van de koepelvrijstelling verschenen. Wij noemen kort:
- Het Hof heeft geoordeeld dat een artsenvereniging de koepelvrijstelling niet kan toepassen op door haar verrichte erkennings- en registratiediensten omdat deze niet rechtstreeks aan leden worden verricht/ niet noodzakelijk zijn voor de medische handeling door de arts;
- Het Europese Hof heeft in de zaken Banka en Aviva geoordeeld dat de koepelvrijstelling niet van toepassing is als de leden de dienst afnemen voor bancaire- en verzekeringsprestaties.
Conclusie
Door de inperking van de koepelvrijstelling per 1 januari 2018 en de ontwikkelingen in de rechtspraak hierover is het voor ondernemers die gebruik maken van de koepelvrijstelling zaak met een BTW adviseur de situatie eens goed tegen het licht te houden en te beoordelen of toepassing van de koepelvrijstelling nog terecht is. Wellicht zijn er mogelijkheden denkbaar om de BTW-nadelen te beperken. U kunt daarvoor in eerste instantie altijd vrijblijvend met mij over sparren.