Wat doet u als u er niet uitkomt met de belastinginspecteur?
En laat de belastinginspecteur nu net een relatie zijn waarin het vaker niet dan wel botert. Het is net als met water en vuur: dat botst als een natuurlijk proces. Een ieder heeft zijn eigen belangen te behartigen en die belangen lopen doorgaans niet parallel aan elkaar. Niet vreemd dus dat er over veel zaken discussie tussen de belastinginspecteur en de belastingplichtige kan ontstaan.
Voor u als belastingplichtige is het uitermate vervelend wanneer u er niet uitkomt met de belastinginspecteur. U heeft geen zekerheid over uw fiscale positie. U kunt zich dan neerleggen bij het standpunt van de belastinginspecteur of u gaat dit betwisten.
Langlopende procedure om gelijk te halen
Bij een geschil met de Belastingdienst wordt uw fiscale positie in eerste instantie nadeliger. U wordt een voordeel ontnomen waar u meent recht op te hebben, geen fijne uitgangspositie. In tweede instantie betekent dit dat u een tijdrovende en vaak kostbare procedure kunt gaan voeren om uw gelijk te halen. Eerst volgt een bezwaarprocedure tegen een andere belastinginspecteur dan die uw standpunt niet deelt en vervolgens, als ook deze collega niet kan worden overtuigd, een procedure voor de belastingrechter.
Bij wie ligt de bewijslast?
Een gerechtelijke procedure moet u eerst aanhangig maken bij de rechtbank en, indien nodig, vervolgens bij het gerechtshof en tot slot bij de Hoge Raad. De definitieve uitspraak komt pas vele jaren later en dan bent u vele euro’s armer voor de adviseur die u heeft moeten inschakelen. En dan is het uiteindelijk ook nog maar afwachten of u gelijk krijgt en voor welk bedrag. Want gelijk hebben, is nog niet altijd hetzelfde als gelijk krijgen!
Bij een geschil met de belastinginspecteur is een belangrijke vraag wie iets moet bewijzen. Het maakt echt een belangrijk verschil wanneer u de bewijslast heeft of als deze bij de belastinginspecteur ligt. Bij belasting verminderende omstandigheden, zoals aftrekposten en vrijstellingen, ligt de bewijslast bij u. Bij belasting vermeerderende omstandigheden ligt de bewijslast meestal bij de belastinginspecteur.
Goed gevulde bankrekening
Mijn cliënt en ik verschilden met een belastinginspecteur van mening over de vraag of liquide middelen (een goed gevulde bankrekening) op de balans van het bedrijf noodzakelijk werden aangehouden voor toekomstige investeringen (ons standpunt) of dat er sprake was van overtollige liquide middelen die naar het privévermogen moeten worden overgebracht en daar in box 3 belast worden (standpunt belastinginspecteur). Wanneer de liquide middelen tot het privévermogen behoren, zijn ook de vrijstellingen van de schenk- en erfbelasting die gelden ten aanzien van ondernemingsvermogen, niet meer van toepassing. Het fiscale belang van deze kwestie kan dus groot zijn bij het aanhouden van aanzienlijke banktegoeden.
Inspecteur vond dat er meer belasting moest worden geheven
In dit geschil met de belastinginspecteur over de overtollige liquide middelen brachten wij een aantal argumenten naar voren waarom de middelen niet overtollig waren en was het aan de belastinginspecteur om te bewijzen dat wij daarbij de grenzen van de redelijkheid – het toetsingscriterium voor het aanhouden van liquide middelen – overtraden. Hij vond immers dat er meer belasting moest worden geheven. Qua bewijslastverdeling was dat voor ons een mooie uitgangspositie: de bewijslast ligt bij de inspecteur!
Denk na over bewijspositie voordat je gaat procederen
In dit geval konden wij voldoende aannemelijk maken dat er in de toekomst nog een aantal investeringen op stapel stonden en slaagde de belastinginspecteur er vervolgens niet in de belastingrechter mee te krijgen in zijn standpunt dat een en ander twijfelachtig was en dat wij de grenzen van de redelijkheid zouden hebben overtreden.
Gewonnen dus en dat maakt het achteraf altijd een goede keuze om te gaan procederen. Vooraf is dat moeilijk. Is het een principekwestie? Hoe groot is het belang? Wat zijn de verwachte kosten van de adviseur? Natuurlijk blijft het een lastige keuze, omdat de kans op een goede afloop moeilijk is in te schatten. Maar wie nadenkt over procederen moet van tevoren altijd goed beoordelen wat zijn bewijspositie is. Want die is van groot belang om, als u gelijk heeft, dat ook te krijgen!