Fiscale gevolgen overdracht pensioenverplichting met indexatieverplichting
Indien in het verleden de pensioenverplichtingen jegens de DGA van de ene BV naar de andere BV zijn overgedragen, heeft deze waardeoverdracht plaatsgevonden tegen de commerciële waarde inclusief eventuele toekomstige indexatieverplichtingen. De in de overdrachtswaarde begrepen vergoeding voor eventuele toekomstige indexatieverplichtingen heeft de overdragende BV ten tijde van de overdracht op grond van een wettelijke bepaling niet in aftrek mogen brengen maar moeten activeren als vooruitbetaalde pensioenpremie. De overnemende BV heeft diezelfde toekomstige indexatieverplichtingen kunnen passiveren, zodat ter zake geen fiscale vrijval plaatsvond.
De overgedragen indexatieverplichtingen ter zake waarvan de overdrachtswaarde is geactiveerd, kunnen in de toekomst ten laste van de fiscale winst worden gebracht naar mate premievrije pensioenaanspraken of pensioenuitkeringen daadwerkelijk worden geïndexeerd. De BV die daadwerkelijk indexeert, dient haar indexatie ten laste van de gepassiveerde indexatievoorziening te brengen.
Eerdere standpunten van de Staatssecretaris
Tijdens de behandeling van het wetsvoorstel in de Tweede Kamer werd aanvankelijk door de Staatssecretaris van Financiën toegelicht dat indien bovenstaande situatie zich heeft voorgedaan de geactiveerde pensioenpremie in het jaar van afkoop of omzetting ineens ten laste van de winst van de desbetreffende BV kan worden gebracht. De afkoopsom waarover dient te worden afgerekend omvat dan tevens de fiscale actiefpost ter zake van de overgedragen indexatieverplichtingen, waarover ook de korting wordt verstrekt. In geval van omzetting wordt de fiscale actiefpost ter zake van de overgedragen indexatieverplichtingen in een oudedagsverplichting omgezet. Aldus zou een sluitend geheel ontstaan waar iedereen mee kon instemmen.
Vervolgens gaf de Staatssecretaris van Financiën een onhandig antwoord op de vraag hoe fiscaal dient te worden omgegaan met de per invoering van de Wet Uitfasering indexatieverplichtingen ter zake van premievrij te maken pensioenaanspraken. Heel kort samengevat: ineens als verplichting nemen. Dit leidde tot grote krantenkoppen in de media waarbij werd gesteld dat aanzienlijke aftrekposten zouden ontstaan. De Staat zou met de Wet Uitfasering geen twee miljard euro ophalen, het zou de Staat tot wel vijf miljard euro kosten! Dit was voor de Staatssecretaris van Financiën aanleiding om de stemming in de Eerste Kamer uit te stellen en een nader onderzoek in te stellen.
Naar aanleiding van het nader onderzoek concludeerde de Staatssecretaris van Financiën dat de in de media gesignaleerde mogelijkheden om aanzienlijke bedragen ten laste van de winst te brengen onjuist zijn. Maar daar bleef de conclusie niet bij. Uit het nader onderzoek volgde ook dat de hiervoor vermelde aftrek van de fiscale actiefpost ter zake van de overgedragen indexatieverplichtingen niet mogelijk is. Met andere woorden, er was aanvankelijk een foutieve toelichting gegeven. Maar omdat de Staatssecretaris van Financiën laatstbedoelde conclusie onwenselijk vond, is in een novelle de volgende aanvullende regeling opgenomen.
Aanvullende goedkeurende regeling: toch fiscale aftrek ineens!
Indien sprake is van overgedragen indexatieverplichtingen ter zake waarvan de overdrachtswaarde is geactiveerd, wordt daarmee als volgt omgegaan:
- indien de DGA zijn of haar pensioenverplichtingen afkoopt, wordt de fiscale actiefpost ter zake van de overgedragen indexatieverplichtingen ineens ten laste van de winst van de overdragende BV gebracht;
- indien de DGA zijn of haar pensioenverplichtingen omzet in een oudedagsverplichting, wordt de fiscale actiefpost ter zake van de overgedragen indexatieverplichtingen in jaarlijks gelijke delen ten laste van de winst van de overdragende BV gebracht gedurende de periode te rekenen vanaf het jaar van omzetting tot en met het jaar dat de DGA de 87 jarige leeftijd bereikt.
Nadere voorwaarden voor fiscale aftrek ineens!
Aan deze mogelijkheid tot aftrek van de fiscale actiefpost ter zake van de overgedragen indexatieverplichtingen is de voorwaarde verbonden dat de desbetreffende actiefpost is opgenomen in een op uiterlijk 20 september 2016 ingediende aangifte vennootschapsbelasting en de indexatielasten op grond van de artikelen 3.26 tot en met 3.28 Wet IB nog niet ten laste van de winst zijn gebracht. Na commentaar op laatstbedoelde voorwaarde (met name de datum) keurt de Staatssecretaris van Financiën in een besluit goed dat onder voorwaarden artikel 34e, lid 4 Wet Vpb ook van toepassing is, indien de aangifte niet vóór 20 september 2016 is ingediend maar wel sprake is van vóór 20 september 2016 overgedragen pensioenverplichtingen.