In het op 4 juli 2019 gepubliceerd rapport ‘Good practices: Fiscale integriteitsrisico’s bij cliënten van banken’, staat dat banken erop toe moeten zien dat zij niet meewerken aan belastingontduiking.
Belastingontduiking is fiscale fraude en dat is sinds jaar en dag strafbaar. Van fiscale fraude is sprake indien door schuld of door opzet een belastingaangifte niet en/of onjuist en/of onvolledig wordt ingediend bij de fiscus. Ook het niet op aangifte betalen van de aangegeven belasting dan wel het niet verstrekken en/of het geven van onjuiste inlichtingen is een fiscaal delict.
Het fiscale strafrecht wordt ingedeeld in delicten die enerzijds als een overtreding kwalificeren en anderzijds als een misdrijf worden aangemerkt. De sanctie op fiscale fraude is een forse boete als het gaat om een overtreding en hechtenis als het een misdrijf betreft met vaak als extra straf het ontnemen van het wederrechtelijk verkregen voordeel.
Belastingfraude gaat meestal gepaard met witwassen van geld. Ook dat is strafbaar. Van witwassen van geld is ook sprake als ongemerkt op een schijnbaar legitieme manier geld op een bankrekening wordt verkregen om het daarna te kunnen uitgeven.
DNB raadt in haar rapport de banken daarom aan om voortaan continu de motieven van hun cliënten om bancaire producten te gebruiken te onderzoeken en daarbij alle cliënten in te delen in één van de drie categorieën van belastingmotieven namelijk belastingoptimalisatie, belastingontwijking en belastingontduiking. De cliënten die worden ingedeeld in de categorie belastingontduiking zou de bank de relatie mee moeten beëindigen.
Om de motieven van cliënten te doorgronden en in te delen in belastingontduiking, belastingontwijking of belastingoptimalisatie, dient de bank over een diepgaande kennis van het fiscaal recht in Nederland te beschikken evenals van het fiscaal recht in de jurisdictie waarin de client actief is en niet te vergeten van belastingverdragen. Het betreft complexe materie waarvan de bankemployee geen kennis van heeft.
De bank heeft geen bestaansrecht zonder cliënten. De bank doet er daarom goed aan om de complexe gevallen of gevallen die de schijn tegen hebben, uit te besteden aan ervaren fiscaal juristen met specialistische kennis en niet zomaar cliënten op basis van onwetendheid en onjuiste vermoedens te weigeren. Zeker niet wanneer de ondernemingsstructuur compleet binnen de grenzen van de fiscale wetgeving blijkt te zijn. De bank loopt dan een reëel risico om, ondanks haar algemene voorwaarden, aansprakelijk gesteld te worden voor de financiële schade die de client daardoor lijdt. Het is immers een feit van algemene bekendheid dat het voor zo’n cliët erg moeilijk wordt om met een andere bank nog een cliëntrelatie aan te gaan. Hierdoor kan de ten onrechte op basis van onjuiste vermoedens geweigerde cliënt zonder bankrekening of financiering blijven, hetgeen onaanvaardbare en niet beoogde gevolgen voor de cliënt kan hebben.
Dit artikel is tot stand gekomen in samenwerking met mr. Michiel van der Pol van Tax4you.
Indien u vragen heeft over deze publicatie, neem dan gerust contact op.