Alarmbellen bij Nederlandse douane bij aankomst plezierjacht
Stelt u zich eens voor. Een plezierjacht is sinds jaar en dag op de Europese wateren te vinden en in particulier bezit. Het wordt verscheept naar de Rotterdamse haven. Bij binnenkomst van goederen over zee gaan ineens alle alarmbellen af bij de Nederlandse douane. Een goed dat over zee ons land binnenkomt, wordt namelijk geacht van buiten het douanegebied van de Unie te komen, waardoor sprake kan zijn van invoer. Als het om een plezierjacht gaat, verschijnt dan vrijwel direct het Douane Landelijk Team Jachten op het toneel.
Er zijn douanerechten en btw verschuldigd, tenzij kan worden aangetoond dat voor een vrijstelling in aanmerking wordt gekomen. Het gaat dan om de vrijstellingsregeling voor terugkerende goederen. Dat zijn goederen die vrijgesteld worden van douanerechten, nadat ze eerder uit het douanegebied van de Unie zijn uitgevoerd, binnen drie jaar opnieuw binnenkomen, en in het vrije verkeer worden gebracht. (artikel 203 DWU) En indien de goederen voor vrijstelling van douanerechten geschikt worden geacht, geldt een vrijstelling voor de btw, conform artikel 143 Btw-richtlijn. Tenminste, zo luidt de Btw-richtlijn.
<tussenkop> Extra voorwaarde in Nederland voor btw-vrijstelling
In Nederland geldt er nog een extra voorwaarde om in aanmerking te komen voor een vrijstelling. Er moet namelijk worden aangetoond dat er btw op het goed drukt. Maar wat is dan drukken? De douane stelt: “er moet btw zijn betaald en die btw moet niet weer zijn terugbetaald” (zie ook: Artikel 7:26 lid 2 Algemene Douaneregeling). Goederen in het bezit van een ondernemer zullen dan ook niet voldoen, waar de ondernemer de btw in vooraftrek neemt. Maar ook een particulier kan – ook als wél btw drukt op het goed – in de problemen komen.
Bewijslast btw-druk ligt bij belastingplichtige
Waar zit de lastigheid? Heel simpel. De bewijslast van de btw-druk ligt bij de belastingplichtige. Nu zijn boten bij uitstek goederen die lang meegaan. Zie dan bij een wat ouder schip na twintig jaar nog maar eens aan te tonen dat er in een ver verleden btw is betaald om dubbele heffing te voorkomen. Hoe ver mag de douane dan gaan in zijn eisen bij het aantonen dat het jacht in de btw is betrokken? Onze ervaring leert dat de douane er strikt in zit. Dit terwijl aan ‘aantonen’ ons inziens geen andere betekenis dient te worden gehecht dan ‘aannemelijk maken’. Wij roepen de douane dan ook op met de bewijslast ruimhartiger om te gaan, door rekening te houden met de omstandigheden per individueel geval. Dat wil zeggen een gedegen belangenafweging naar evenredigheid en het aanwezige bewijs beoordelen met inachtneming van het tijdsverloop.
Menselijke maat moet terug
Als de douane zich op het standpunt stelt dat niet of onvoldoende is aangetoond dat het jacht ooit in de btw-heffing is betrokken, volgt een uitnodiging tot betaling ten bedrage van 21% van de douanewaarde. Bij jachten kan dat flink in de papieren lopen. Zou dat de reden zijn dat de douane zich specifiek focust op deze pleziervaartuigen? Immers, lang niet bij alle goederen die over zee of door de lucht tijdelijk het douanegebied verlaten, volgt een dergelijke controle. Als je met een leaseauto op vakantie gaat naar Zwitserland, wordt bij terugkomst in de praktijk ook geen strikt onderzoek ingesteld en btw geheven. Waarom specifiek die belangstelling voor jachten? Het blijft gissen. Wat we wel weten is dat in alle zaken, en zeker ook bij deze jacht van de douane, de algemene beginselen van behoorlijk bestuur in acht moeten worden genomen. Wij roepen de douane dan ook op bij iedere jacht rekening te houden met de omstandigheden van het geval. En de menselijke maat meer nadrukkelijk terug te brengen in de uitvoering.
Bent u zelf eigenaar van een jacht en verschijnt het Team Jachten ten tonele? Maak dan gebruik van uw rechten en neem gerust contact met mij op als u vragen heeft.